De vrijstelling moet aangevraagd worden ten laatste 6 maanden na de opname in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen. De zakelijk gerechtigde (eigenaar, vruchtgebruiker, opstal- of erfpachthouder) die een vrijstelling wil, moet zelf aantonen dat één van de vrijstellingsgronden van artikel 12.2 van het reglement voor "verwaarloosde woningen en gebouwen, registratie en belasting" - goedgekeurd door de gemeenteraad van 26 augustus 2019 - van toepassing is.